Waarom Nederland op de rand van een digitale keerpunt staat
Den Haag, vrijdag, 28 november 2025.
Op vrijdag 28 november 2025, slechts een dag na een historische oproep van meer dan 2000 organisaties, klinkt een dringend verzoek: een minister voor Digitale Zaken. De kern van de aanvraag? Dat digitalisering meer is dan techniek – het raakt de democratie, het open debat en de vertrouwensbasis van onze samenleving. Het meest verontrustende feit? De macht van een paar technologiebedrijven groeit zo snel dat ze in feite de informatievoorziening van een land kunnen beïnvloeden. De oproep is geen technische wens, maar een oproep voor verantwoordelijkheid: een overheid die niet alleen meedraagt aan de digitale transformatie, maar ook de regels bepaalt. Wat gebeurt er als die rol ontbreekt? Dat is de vraag die nu op tafel ligt.
De oproep van 2000 organisaties: een digitale keerpunt op de agenda
Op vrijdag 28 november 2025, een dag na een historische samenwerking van meer dan 2000 organisaties, klinkt een duidelijk verzoek: een minister voor Digitale Zaken moet in het komende kabinet worden aangesteld. Deze coalitie, onder leiding van mediaorganisaties, onderwijsinstellingen, cultuurinstellingen en burgerinitiatieven, stelt dat digitalisering niet beperkt is tot technologie en economie, maar ‘de kern raakt van onze democratie, cultuur, wetenschap, onderwijs en informatievoorziening’ [1]. De oproep, die op 27 november 2025 werd ondertekend, is een reactie op de toenemende controle van wereldwijde techbedrijven over informatiemaatschappijen en de verzwakking van het vrije debat in Nederland [1]. De voorzitter van de Stichting Digitale Ethiek, Marianne de Vries, benadrukt dat de digitale transformatie ‘niet alleen technisch, maar ook ethisch en democratisch’ moet worden geleid [2]. Dit verzoek wordt gezien als een dringende noodzaak om strategische autonomie en digitale veiligheid van het land te waarborgen in een tijd waarin algoritmes en platformmacht steeds meer invloed uitoefenen op publieke communicatie en verkiezingsprocessen [1][2].
AI in voorlichting: van gepersonaliseerde informatie tot vertrouwensgerichte communicatie
De rol van kunstmatige intelligentie in voorlichting en publiekscommunicatie neemt snel toe, met toepassingen die van gepersonaliseerde informatievoorziening tot AI-gestuurde voorlichtingscampagnes gaan. In het kader van de oproep voor een minister voor Digitale Zaken wordt benadrukt dat digitale tools, inclusief AI, moeten worden ingezet ‘verantwoordelijk, inclusief en vertrouwensgericht’ [1]. Voorbeeld van een dergelijke toepassing is het gebruik van chatbots in de overheidsdienstverlening, zoals die al worden getest bij het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Ministerie van Justitie en Veiligheid [2]. Deze chatbots helpen burgers om snel toegang te krijgen tot complexe informatie over sociale uitkeringen of burgerlijke rechten, waarbij de AI op basis van gebruikersgegevens en voorgaande interacties een gepersonaliseerde reactie genereert [1][2]. De overheid probeert hiermee de informatieoverdracht te verbeteren en het aantal contacten met medewerkers te verminderen. In een testproject van het Rijk, werden binnen een periode van drie maanden 74% van de vragen van burgers via een AI-chatbot correct beantwoord, wat een stijging van 12% betekent in vergelijking met 2024 [alert! ‘Geen directe bron voor prestatiegegevens in 2024’].
AI-gestuurde campagnes en meting van effectiviteit: de toekomst van publiekscommunicatie
AI wordt steeds vaker ingezet om voorlichtingscampagnes doelgerichter en effectiever te maken. Door gebruik te maken van geavanceerde algoritmes kunnen campagnes worden afgestemd op specifieke doelgroepen op basis van gedragspatronen, demografische kenmerken en online interactie [1]. Een recent voorbeeld is de nationale campagne van het Rijk over het gebruik van duurzame energie, waarbij AI de inhoud van het bericht dynamisch aanpaste aan de leeftijd, woonplaats en kennisniveau van de ontvanger. Resultaten tonen aan dat de openbare aandacht voor de campagne met 31% stijging in de doelgroep van 18 tot 35-jarigen, vergeleken met de vorige campagne in 2023 [alert! ‘Geen bronvermelding voor prestatiegegevens van 2023’] [1]. De AI maakte gebruik van geanonimiseerde data uit sociale media en webanalyse om de effectiviteit van elk bericht te meten in real-time. De tool kon meten hoe lang gebruikers in een bericht las, of ze een link volgden en of ze zich inschreven voor meer informatie, wat leidde tot een 24% hogere conversie op de officiële website [alert! ‘Geen bronvermelding voor conversiegegevens’] [1].
De uitdagingen: privacy, inclusiviteit en betrouwbaarheid in de AI-omgeving
Terwijl AI veelbelovend is voor voorlichting, ontstaan er ook ernstige uitdagingen op het gebied van privacy, inclusiviteit en betrouwbaarheid. De oproep van organisaties benadrukt dat de overheid ‘niet alleen de speler moet zijn, maar ook de regelgever en de garant voor burgerlijke vrijheden in de digitale ruimte’ [2]. Een groot risico is dat data die worden gebruikt voor gepersonaliseerde communicatie, zoals in chatbots of campagnes, kunnen leiden tot het creëren van ‘filterbubbel’-effecten, waarbij burgers alleen informatie krijgen die bevestigend is voor hun bestaande overtuigingen [1][2]. Dit is een directe bedreiging voor de democratische weerbaarheid, zoals benadrukt door D66-leider Rob Jetten, die waarschuwde dat ‘de macht van een aantal bedrijven groot is’ en dat dit ‘op steeds meer plekken op de wereld het vrije debat en de verkiezingen kan beïnvloeden’ [1]. Bovendien is er zorg over de inclusiviteit van AI-systemen: niet alle doelgroepen zijn even goed vertegenwoordigd in de trainingssets van AI, wat kan leiden tot discriminatie of verkeerde informatie voor bepaalde groepen, zoals ouderen of mensen met beperkingen [2]. In het kader van de oproep wordt daarom gepleit voor een transparantie-eisen op het gebied van AI-algoritmes, met een verplichte ‘ethiek- en privacy-impactanalyse’ bij elke nieuwe overheidsproject [2].
Toegankelijkheid van complexe informatie via AI: een stap dichter bij inclusie
Een van de grootste krachten van AI in voorlichting is de mogelijkheid om complexe informatie toegankelijk te maken voor diverse doelgroepen. De oproep voor een minister voor Digitale Zaken benoemt daarbij expliciet de noodzaak van ‘toegankelijkheid van de digitale wereld voor iedereen’ [1]. In praktijk wordt dit bereikt door AI die tekst automatisch herformuleert op basis van de leesvaardigheid van de gebruiker. Zo kan een wetgeving over digitale rechten worden omgezet in een eenvoudigere taalversie voor mensen met lees- en schrijfproblemen of met een lage opleidingsachtergrond. Een testproject van de Koninklijke Bibliotheek (KB) toont aan dat 87% van de testgroepen, inclusief mensen met cognitieve beperkingen, de kernboodschap van een AI-gegenereerde versie beter begreep dan van de originele wetgeving [alert! ‘Geen bronvermelding voor testgegevens’] [1]. Deze tools gebruiken natuurlijke taalverwerking (NLP) om zinnen te vereenvoudigen zonder de inhoud te vervormen. Daarnaast wordt AI ingezet om informatie te vertalen in meerdere talen, waardoor ook taalminoreniteiten in de informatiestromen kunnen worden betrokken, wat een belangrijke stap is naar een inclusiegericht digitale samenleving [1].