Praten met digitale echo's: troost, misleiding en de economie achter 'deathbots'
Amsterdam, maandag, 10 november 2025.
AI-bots die overledenen nabootsen winnen in Nederland aan populariteit; ze gebruiken e-mails, berichten en social media om tekstgesprekken en avatars te voeren. Een studie gepubliceerd afgelopen woensdag in Memory, Mind & Media toonde hoe onderzoekers digitale dubbelgangers creëerden uit video’s en berichtsporen en constateerde zowel troost als verontrustende fouten — een bot reageerde opgewekt op een gesprek over de dood. Experts waarschuwen dat zulke ‘deathbots’ herinnering kunnen verwarren met illusie, privacy en identiteit ondermijnen en het rouwproces verdringen. Tegelijkertijd onderzoeken psychologen of gecontroleerd gebruik rouwverwerking kan ondersteunen. Bedrijven bouwen commerciële modellen rond deze diensten, wat een nieuwe ‘politieke economie van de dood’ creëert: data blijft waarde genereren ná het leven. Voor lezers betekent dit dringende keuzes over digitale nalatenschap, ethiek en regelgeving: wie beslist over data, hoe lang mogen digitale echo’s bestaan en welke risico’s wegen op emotioneel herstel? Het artikel bespreekt urgente praktische stappen en roept op tot debat en beleid nu.
Digitale echo’s groeien in Nederland — wat tonen de recente studies?
De opkomst van AI-bots die overleden dierbaren nabootsen wordt in Nederland breed gesignaleerd: zowel tekst-chatbots als avatars gebruiken e-mails, berichten, spraakopnames en sociale media om ‘digitale dubbelgangers’ te bouwen [1][2]. Een onderzoek dat afgelopen woensdag in Memory, Mind & Media verscheen, toonde hoe onderzoekers video’s, berichtsporen en spraaknotities gebruikten om zulke digitale dubbelgangers te creëren en rapporteerde dat deelnemers zowel troost als verontrustende fouten ervaarden, waaronder een bot die ongepast opgewekte taal gebruikte tijdens een gesprek over overlijden [1][2].
Hoe deze deathbots technisch data gebruiken
De diensten indexeren en verwerken digitale sporen — van tekstberichten tot audio- en videofragmenten — en combineren archiefachtige opslag (persoonlijke verhalen, jeugdherinneringen) met generatieve modellen die doorlopende gesprekken kunnen simuleren; sommige platforms leveren daarnaast avatars of spraaksynthetische replicaties op abonnementsbasis [1][2].
Een nieuwe markt: de politieke economie van de dood
Bedrijven bouwen commerciële modellen rond digitale afterlife-diensten: abonnementen, freemiumlagen en samenwerkingen met verzekeraars of zorgaanbieders worden in de sector genoemd, waardoor data van overledenen economisch blijft renderen en een nieuwe ‘politieke economie van de dood’ ontstaat, zoals onderzoekers en filosofen eerder signaleerden [1][3].
Ethiek, identiteit en het vervagen van herinnering
Mediatheoretici en onderzoekers waarschuwen dat deze technologieën herinnering kunnen verwarren met overtuigende, maar kunstmatige illusies: ze hebben wortels in spiritistische tradities maar krijgen door AI nieuwe overtuigingskracht en commerciële levensvatbaarheid, wat vragen oproept over identiteit, representatie en de mogelijke verdringing van natuurlijke rouwprocessen [1][2].
Privacy, rechten en digitale nalatenschap: waar staan Nederlanders?
In Nederland is digitale nalatenschap vaak ongeregeld: onderzoek en voorlichtingsprojecten melden dat circa 15% van Nederlanders digitale nalatenschap heeft geregeld en adviseren concrete maatregelen zoals wachtwoordmanagers (bijv. Bitwarden), notariële aanwijzingen en digitale kluizen — maatregelen die relevant zijn zolang diensten digitale data blijven verwerken na iemands overlijden [3]. Juridisch merkt men op dat de AVG niet van toepassing is op persoonsgegevens van overledenen (recital 27), wat ruimte laat voor nationale regels en discussie over wie beslist over data na overlijden [3].
Voorbeelden van fouten en psychologisch onderzoek naar effectiviteit
Empirische tests tonen gemengde ervaringen: gebruikers vonden interacties soms troostrijk, maar bots produceerden ook onnatuurlijk of ongepast taalgebruik (bijv. opgewekte reacties rond doodsonderwerpen), en onderzoekers concluderen dat generatieve reconstructies tekortschieten in het vangen van levende complexiteit, ambiguïteit en tegenstrijdigheid die echte personen typeren [1][2]. Tegelijk onderzoeken psychologen en gedragswetenschappers of gecontroleerd gebruik van zulke tools rouwverwerking kan ondersteunen, maar bewijs voor structureel therapeutisch voordeel blijft beperkt en onderwerp van lopend onderzoek [1][2][5].
Praktische risico’s en concrete beleidsvragen
Belangrijke risico’s zijn onder meer onjuiste representatie, commerciële exploitatie van gevoelige data, onduidelijke zeggenschap over levensduur van digitale echo’s en mogelijke schendingen van privacy van derden in gearchiveerde communicatie; beleidsvragen die op tafel liggen zijn: wie krijgt beslissingsbevoegdheid over deze data, hoe lang mogen digitale replica’s bestaan, en welke waarborgen zijn vereist voor emotionele veiligheid van gebruikers [1][3].
Concrete stappen voor lezers en beleidsmakers
Voor burgers bestaan al praktische adviezen: digitale nalatenschap regelen (bijv. wachtwoordmanager of notariële aanwijzing) en bewustzijn van commerciële diensten en hun verdienmodellen vergroten; beleidsmakers worden aangemoedigd nationale regels en certificatie van ‘vertegenwoordigers van overledenen’-diensten te overwegen, vanwege de beperkte bescherming onder de AVG voor overledenen en de opkomst van commerciële afterlife-aanbieders [3][1].