Hoe de Koninklijke Bibliotheek samenwerkt aan veilige AI voor onze geschiedenis
londen, donderdag, 4 december 2025.
Stel je voor: een kunstmatige intelligentie die oude boeken, kranten en archieven kan lezen, begrijpen en samenvatten – zonder de originele documenten te beschadigen. Dat is nu een stap dichterbij. De Koninklijke Bibliotheek heeft zich aangesloten bij een internationaal netwerk van meer dan 40 erfgoedinstellingen, van het Britse British Library tot het Vaticaan, om veilige en transparante AI-technieken te ontwikkelen. De meest opvallende ontwikkeling? Ze werken aan een open-source toolkit die binnen een jaar beschikbaar is. Dit betekent dat bibliotheken overal ter wereld kunnen leren van elkaar – zonder dat historische documenten in gevaar komen. De overeenkomst, ondertekend in Londen, is geen technologische show, maar een verantwoorde stap in het behoud van ons cultureel erfgoed voor toekomstige generaties.
Een internationale overeenkomst voor veilige AI in het erfgoedveld
De Koninklijke Bibliotheek (KB) heeft op 2025-12-03 een internationale samenwerkingsovereenkomst ondertekend met het initiatief AI4LAM (Artificial Intelligence for Libraries, Archives and Museums), dat zich richt op het ontwikkelen van veilige, transparante en ethische AI-toepassingen voor culturele erfgoedinstellingen [1][3]. Deze overeenkomst, ondertekend in Londen, is een cruciale stap in de digitale transformatie van het culturele erfgoed en wordt ondersteund door meer dan 40 instellingen wereldwijd, waaronder de Library of Congress, het Smithsonian Institution, nationale bibliotheken uit Frankrijk, Duitsland, Engeland, Zweden, Denemarken, België, Finland, het Vaticaan en het Rijksmuseum [2][3]. De overeenkomst is gericht op het opbouwen van een gemeenschappelijk AI-gebruiksframework met beveiligingsprotocollen voor het gebruik van digitale collecties in AI-toepassingen, en heeft een duur van drie jaar met een herziening gepland voor november 2028 [3]. Volgens Prof. dr. Anja van Dijk (hoogleraar Digitale Erfgoedbeheer, Universiteit van Amsterdam), markeert deze overeenkomst een ‘cruciale stap in de verantwoorde integratie van AI in het bewaren en toegankelijk maken van cultureel erfgoed’ [3]. De KB fungeert als coördinator van het initiatief en heeft een budget van €2,3 miljoen toegewezen voor de periode 2025–2028 [3]. Deze samenwerking bouwt voort op het streven om Nederlandse initiatieven te verbinden met internationale ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie [2].
Open-source toolkit voor alle erfgoedinstellingen
Een van de meest concreet uitgevoerde resultaten van de overeenkomst is het ontwikkelen van een open-source AI-toolkit voor erfgoedinstellingen, die beschikbaar zal zijn vanaf 15 maart 2026 [3]. Deze toolkit is bedoeld om bibliotheken, archieven en musea wereldwijd te ondersteunen bij het veilig en verantwoord inzetten van generatieve AI in hun collecties, zonder dat de integriteit van historische documenten wordt aangetast [2][3]. De toolkit zal beveiligingsprotocollen, ethische richtlijnen en technische standaarden bevatten die zijn ontwikkeld in nauwe samenwerking tussen de deelnemende instellingen [3]. Het project is onderdeel van een groeiende community die zich richt op het bevorderen van open, betrouwbare en interoperabele kennisinfrastructuur, waarbij de Barcelona Declaration on Open Research Information wordt gesteund als essentieel voor de toekomst van wetenschappelijke en culturele kennis [3]. Het open-source karakter van de toolkit zorgt voor transparantie en toegankelijkheid, waardoor kleinere instellingen ook kunnen profiteren van geavanceerde technologie zonder grote investeringen [3].
AI in de praktijk: van curator bot tot datacuratie
De KB experimenteert al langer met AI-technieken, en de nieuwe overeenkomst versterkt deze praktijkgerichte aanpak. Een recent geteste ‘curator bot’ laat gebruikers vragen stellen aan collectiemateriaal, waarbij het systeem historische documenten kan analyseren en samenvatten op basis van geïntegreerde kennis [2]. Daarnaast werkt de KB aan zogeheten datacuratie, waarbij AI wordt ingezet om gelijknamige personen beter uit elkaar te houden of om digitale versies van dezelfde titel automatisch aan elkaar te koppelen [2]. Deze toepassingen zijn niet alleen technisch innovatief, maar ook essentieel voor het verbeteren van zoekbaarheid en toegankelijkheid van historische bronnen. De KB richt zich op het ontwikkelen van tools die onderzoekers en bezoekers helpen om de collecties beter te begrijpen, te doorzoeken en te ontdekken [2]. Deze praktijkvoorbeelden illustreren hoe AI kan bijdragen aan een efficiëntere en betere dienstverlening, zonder de kernwaarden van bibliotheken – zoals transparantie, democratische toegang en publieke waarde – te ondermijnen [1][2].
Verantwoorde AI in de publieke sector: de Nederlandse context
De overeenkomst van de KB past binnen een bredere trend van verantwoorde inzet van generatieve AI in de Nederlandse publieke sector. Volgens het TNO-rapport Overheidsbrede Monitor Generatieve AI, uitgegeven op 1 december 2025, zijn er 81 geïdentificeerde toepassingen van generatieve AI bij Nederlandse overheidsorganisaties [4]. Van deze toepassingen zijn 37 (46%) geïmplementeerd, 29 (36%) in de experimentfase, en 8 (10%) hebben een onbekende status [4]. Gemeenten zijn de meest actieve organisaties met 34 toepassingen (42%), gevolgd door samenwerkingsverbanden (15) en centrale overheid (6) [4]. De meerderheid van de toepassingen (63%) heeft medewerkers van overheidsorganisaties als eindgebruiker, terwijl 14 (17%) burgers als eindgebruikers hebben [4]. Er zijn ook voorbeelden van succesvolle samenwerking, zoals het GEM-samenwerkingsverband van gemeenten, dat sinds 2019 werkt aan een virtuele assistent voor inwoners en sinds 2025 wordt opgeschaald met subsidie van het ministerie van BZK [4]. Deze ervaringen tonen aan dat een stapsgewijze, transparante en gebruikersgerichte aanpak van AI-innovatie een sleutel is tot duurzame implementatie [4].
Uitdagingen: privacy, kennis en technische infrastructuur
Ondanks de vooruitgang blijven er belangrijke uitdagingen bestaan. In het TNO-rapport wordt benadrukt dat 42% van de toepassingen gebruikmaakt van foundation modellen ontwikkeld door bedrijven in de Verenigde Staten, met Europese modellen zoals DeepL en Mistral in een minderheid [4]. Dit creëert afhankelijkheid en risico’s rond gegevensbescherming, vooral gezien de onduidelijkheid rond wet- en regelgeving zoals de EU-AI-verordening en de AVG [4]. Bovendien is er een gebrek aan AI-geletterdheid in overheidsorganisaties, wat innovatie belemmert, en er is onvoldoende technische infrastructuur, inclusief rekenkracht en ruimte voor datacenters, wat de uitbreiding van AI-toepassingen vertraagt [4]. Respondenten in het TNO-onderzoek benadrukten het belang van ruimte voor innovatie, financiële middelen en gezamenlijke inspanningen: ‘Alleen maar ambtenaren gaan het niet redden. Alleen maar ondernemers gaan het niet redden. Alleen maar universiteiten gaan het niet reden. Je moet echt gezamenlijk optrekken, anders ga je er gewoon niet komen’ [4]. Deze uitspraken benadrukken dat verantwoorde AI niet alleen technisch is, maar ook een cultureel en organisatorisch proces vereist [4].