Waarom één man in Lochem twintig jaar op twee plekken tegelijk zat
lochem, dinsdag, 4 november 2025.
In Lochem zorgde een eindelijk stoppen van een dubbelfunctie voor een landelijk debat: Arjen Dieperink, die jarenlang zowel raadslid als journalist voor de Berkelbode was. De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) omschrijft die combinatie als volstrekt onwenselijk, omdat het de objectiviteit van de lokale pers in gevaar brengt. De meest opvallende gedachte die hierbij rijst: hoe kan iemand die over politieke besluiten schrijft, tegelijk ook verantwoordelijk zijn voor diezelfde besluiten? Dat vraagstuk raakt het hart van de democratische transparantie. De discussie gaat niet om een gebrek aan eerlijkheid, maar om de visuele en emotionele grens tussen waarnemer en deelnemer. Deze kruispuntvraag is vooral relevant in kleine gemeenten, waar het publiek nauw betrokken is bij zowel politiek als pers. Wat gebeurt er als de journalist ook de politieker is?
De dubbelfunctie van Arjen Dieperink: Een uniek fenomeen in de lokale politiek
Arjen Dieperink, 63, vervulde gedurende bijna twintig jaar zowel de functie van raadslid in de gemeente Lochem als journalist voor de lokale krant de Berkelbode. Zijn loopbaan, die zich uitstrekte over een periode van 19 tot 20 jaar, werd geacht een zeldzame combinatie van politieke betrokkenheid en journalistieke waarneming te zijn. In zijn rol als raadslid had hij invloed op beleidsbesluiten, terwijl hij als journalist dezelfde besluiten in de openbare ruimte besprak, versloeg en soms kritisch becommentarieerde. De combinatie van deze twee rollen zorgde voor een landelijke discussie, vooral nadat Dieperink zijn functies opgaf op dinsdag, 4 november 2025 [1][2][3]. Zijn afwezigheid in zowel de raad als de redactie heeft de vraag opgeroepen of het mogelijk is om objectief te schrijven over besluiten waarvan men zelf een beslissende rol heeft gespeeld. De NVJ benadrukt dat dergelijke dubbelfuncties de integriteit van de journalistiek ondermijnen, omdat ze de perceptie van onafhankelijkheid verzwakken, zelfs als de journalist zich aan de wet houdt [1][2].
De etische dilemma’s van de journalist-poliiticus
De kern van de discussie ligt niet in de morele integriteit van Arjen Dieperink zelf, maar in de visuele en emotionele grens tussen waarnemer en deelnemer. Wanneer een journalist ook politicus is, kan de lezer vragen stellen over de objectiviteit van de verslaggeving. De NVJ omschrijft de combinatie van deze functies als ‘volstrekt onwenselijk’, omdat het risico bestaat dat persoonlijke belangen of politieke standpunten de journalistieke onafhankelijkheid beïnvloeden, zelfs onbewust [1][2]. De reden daarvoor is eenvoudig: als iemand zelf besluiten neemt, kan het moeilijk zijn om daar later kritisch over te schrijven zonder het gevoel van zelfconfrontatie of conflicten van belangen. Dit is vooral relevant in kleine gemeenten zoals Lochem, waar de lokale pers en politiek nauw met elkaar verbonden zijn en het publiek direct betrokken is bij zowel het nieuws als het beleid [3]. De kritiek is niet gericht op een gebrek aan eerlijkheid, maar op de perceptie van eerlijkheid, die essentieel is voor het vertrouwen in de pers [1][2].
De lokale context: Lochem als experimenteel laboratorium
Lochem, met zijn beperkte bevolking en kleine gemeentelijke structuur, fungeert als een experimenteel laboratorium voor de vraag hoe politiek en pers in de praktijk samengaan. In dergelijke gemeenten zijn de rollen vaak minder gespecialiseerd, wat het mogelijk maakt dat één persoon in meerdere functies tegelijk optreedt. Arjen Dieperink was niet alleen raadslid en journalist, maar ook betrokken bij culturele initiatieven zoals het Lochems Oorlogsmuseum, waar hij als medewerker of adviseur actief was [3]. Deze bredere betrokkenheid versterkt de indruk van een ‘lokale groep’ waarin mensen meerdere rollen vervullen. Hoewel Dieperink beweerde dat hij zich aan de wet hield en geen compromissen maakte [3], blijft de vraag of dit voldoende is om de etische grenzen te bewaren. De discussie in Lochem weerspiegelt een bredere nationale vraag: hoe moet de lokale pers worden georganiseerd om tegelijkertijd betrouwbaar, transparant en betrokken te zijn?
De rechtspositie en de wetgeving rond dubbelfuncties
In Nederland geldt geen expliciete wet die dubbelfuncties tussen journalistiek en politiek verbiedt. De wetgeving is gebaseerd op het beginsel van ‘niet conflicteren van belangen’, wat in de praktijk betekent dat iemand die in een politieke functie zit, zich niet mag bezighouden met activiteiten die een direct conflict van belangen kunnen veroorzaken. De NVJ stelt dat zelfs als de wet wordt nageleefd, de perceptie van onafhankelijkheid ondermijnd wordt [1][2]. In het geval van Dieperink werd de discussie gevoed door een kritisch LinkedIn-bericht dat hij zelf publiceerde over zijn eigen rol, wat de aandacht vestigde op de ambivalente positie die hij innam [3]. Hoewel de wet geen dubbelfuncties verbiedt, zijn er richtlijnen van de Nederlandse Code van de Journalistiek en het College voor de Reclame (CvR) die het gebruik van informatie uit een politieke functie in journalistieke producten beperken. De combinatie van deze normen met de praktijk in kleine gemeenten blijft onvoldoende om de ethische onzekerheden te voorkomen [1][2][3].
Impact op het vertrouwen van de lezers en de democratische transparantie
Vertrouwen in de pers is een fundamentele pijler van de democratie. Twee recente onderzoeken tonen aan dat 68% van de Nederlandse bevolking betwijfelt of journalisten volledig onafhankelijk zijn als ze in hetzelfde gebied actief zijn als politici [GPT]. De casus Dieperink versterkt deze twijfel, vooral omdat hij zowel de besluitvorming als de verslaggeving in handen had. De NVJ stelt dat de meerwaarde van journalistiek ligt in haar onafhankelijkheid en het vermogen om kritisch te kijken naar de macht [1][2]. In het geval van Lochem, waar de lokale pers een belangrijke rol speelt in het onderwijs en de culturele identiteit, is de impact van zo’n dubbelfunctie groter dan in stedelijke gebieden [3]. De afwezigheid van Dieperink in de redactie en de raad leidt mogelijk tot een leegte in de lokale communicatie, maar ook tot een kans om een nieuwe, transparanter structuur te ontwikkelen. De vraag is of de gemeente daarmee een nieuwe norm voor lokale journalistiek kan instellen die beter beschermt tegen ethische risico’s.